Met het initiatief ‘Krant van de Buurvrouw’ willen dagblad De Limburger en het Nationaal Programma Heerlen-Noord (NPHLN) de jeugd in Heerlen-Noord meer betrekken bij de samenleving. Het project richt zich op de leerlingen in de bovenbouw van de basisschool en de eerste twee leerjaren van het vmbo. Zij kunnen kosteloos toegang krijgen tot de digitale Limburger. Om die drieduizend gratis abonnementen breed onder de aandacht te brengen, besloot Monique Parren, journalist bij De Limburger, om zelf de klaslokalen op te zoeken.
Monique Parren met leerlingen van de praktijkschool in Heerlen
‘Twee jaar geleden startten wij met de intentie om de informatiekloof iets te dichten in Heerlen-Noord’, steekt Parren van wal. ‘In het stadsdeel heerst wantrouwen naar gemeente en overheid en de krant wordt vaker gezien als verlengstuk hiervan. Door geen betrouwbare informatie tot je te nemen, kom je sneller aan de zijlijn van de samenleving te staan. Dit willen wij zoveel mogelijk voorkomen en we richten onze pijlen daarbij op de jeugd, want zij zijn de ouders van de toekomst.’
Voor de klas
‘We zijn begin 2024 gestart met het beschikbaar stellen van de gratis accounts, maar de animo bleek minder dan gedacht. Ouders en kinderen waren terughoudend omdat ze niet goed weten wat journalistiek eigenlijk is. Er is geen nieuwstraditie in het stadsdeel', vertelt Parren. ‘Ik ben toen gaan bedenken hoe we op een leuke manier in contact konden komen met kinderen. Ik gaf al wel vaker gastlessen op scholen, maar ik bedacht nu een les die echt toegespitst was op nieuws- en mediawijsheid. Scholen reageerden niet direct enthousiast, dus toen dacht ik: waar zijn wij nu écht goed in? In kranten maken natuurlijk!’
Schoolkrant
Parren vervolgt: ‘Met hoofdredacteur Björn Ostra ben ik gaan praten over de mogelijkheid om schoolkranten te maken. In drie modules per schooljaar vanaf groep zes zodat er een doorlopende leerlijn kan ontstaan tot en met groep acht en mogelijk ook het vmbo, zodat de leerlingen er echt iets aan hebben. Hij ging akkoord, ook met het idee om de schoolkranten in onze drukkerij te laten drukken. Dit idee vond bredere weerklank binnen de scholen.’
De praktijk
Inmiddels hebben Parren en haar collega Tom Janssen al ruim tien scholen bediend en daar komen weer drie bij in het nieuwe jaar. De eerste module start in elke klas met een les over nieuws-en mediawijsheid en vervolgens wordt in vier aanvullende lessen de schoolkrant gemaakt. ‘Dat begint soms met gemopper’, vertelt Parren. ‘Dan vragen de leerlingen of het echt honderdvijftig woorden moet zijn en of ze echt zelf die titel moeten verzinnen. Maar als we het dan afdrukken, zijn ze enorm trots en verrast. Ook dat hele proces is nieuw voor ze. Voor hen is het soms net Harry Potter: dat je een stukje schrijft en naar mij mailt en dat het dan ineens in een vormgegeven krant staat. Als ze het zien, snappen ze het en wordt het leuk!’
‘Het is soms net Harry Potter voor ze.’
Journalistieke vaardigheden
Er worden drie kranten gemaakt per leerjaar. Parren: ‘Je ziet dat ze steeds meer bedreven raken. Leerkrachten uit groep acht geven soms ook aan dat ze merken dat hun leerlingen kritischer met informatie omgaan, omdat ze hebben geleerd dat je feiten en bronnen moet checken.’ Volgens Parren is het belangrijk dat er een echte journalist voor de klas staat om deze vaardigheden bij te brengen. ‘Je kunt het allemaal heel clean opnoemen wat een journalist doet, maar er komt natuurlijk veel meer bij kijken. Een leerkracht kan opzoeken hoe journalistiek werkt, maar dan komen ze met het verhaal over de vraagwoorden: wie, wat, waar, waarom en hoe. Vervolgens zie je dat kinderen stukjes schrijven met deze vraagwoorden, maar dan heel letterlijk met een dubbele punt en het antwoord erachter. Of op het vmbo zetten ze boven hun artikel: dit was mijn ckv-project en vervolgens sommen ze chronologisch op wat ze gedaan hebben. Zo schrijf je natuurlijk geen journalistiek verhaal.’
Rumoerig
Parren en Janssen krijgen soms terug van leerkrachten dat het erg rumoerig is als ze voor de klas staan. ‘Maar dat hoort bij het creatieve proces van een krant maken’, legt Parren uit. ‘De leerlingen bespreken in groepjes welke zinnen ze willen maken en of ze bijvoorbeeld iets willen tekenen of fotograferen. Soms gaan ze dan direct met mijn telefoon in de hand door de school rennen. Dat hele creatieve, die buzz, zijn ze niet gewend, maar zo komen ze wel op een andere manier in gesprek met elkaar. En dat is ook belangrijk, want leerlingen vinden het steeds lastiger om een gesprek te voeren, blijkt uit recent onderzoek van de Onderwijsinspectie.’
‘De leerlingen komen op een andere manier in gesprek met elkaar.’
Maatschappelijk belang
Parren vindt het ook belangrijk om de maatschappij dichter bij de leerlingen te brengen door bijvoorbeeld een burgemeester, een wijkagent of een raadslid uit te nodigen in de klas. De leerlingen stellen vragen en schrijven vervolgens een stukje. Naast deze interviews, bedenken de leerlingen vooral zelf de onderwerpen. ‘Ik vind het mooi om te zien dat kinderen best wel geëngageerd zijn, je moet ze echt niet onderschatten’, vertelt de journalist van De Limburger enthousiast. ‘Ik leer ook beter kijken en luisteren door de leerlingen en ik vind het heel verhelderend om hun onbevangenheid te zien. Aan de burgemeester vragen ze bijvoorbeeld of hij een zwembad in de tuin heeft, en aan de wijkagent tot welke snelheid ze hun fatbike mogen opvoeren. Dan ga je wel bij jezelf te rade: als journalist begin je zo’n verhaal met veiligheid, maar de kinderen willen maar één ding weten: hoe hard kan ik gaan voordat ik een boete krijg?’ Parren herinnert zich ook een vraag aan de wijkagent over welke messen je bij je mag dragen op straat. ‘Kennelijk zijn er dus ook kinderen die niet weten dat je überhaupt niet met een mes over straat mag.’ De manier waarop leerlingen vragen stellen en hoe ze de antwoorden incasseren, is waardevolle informatie voor Parren en haar collega Janssen. ‘Het is goed als journalisten ook die kant zien, want de krant moet een afspiegeling zijn van de hele maatschappij. En dankzij de leerlingen schrijf ik ook mét de mensen in plaats van over de mensen om wie het gaat.'
‘Ik vind het heel verhelderend om hun onbevangenheid te zien.’
Krant in de klas
Volgens Parren maakt die afspiegeling van de maatschappij de krant ook tot de rijkste bron voor in de klas. ‘Alles komt voorbij: sport, politiek, criminaliteit, veiligheid, geldzorgen, maar ook de opening van dat ene nieuwe gebouw of een theatervoorstelling in de buurt. Het zijn dingen waar jongeren nu mee te maken hebben, maar ook in de toekomst. Denk aan banen, leren en werken.’
Burgerschap in de schoolkrant
Sinds de start van ‘Krant van de Buurvrouw’ doet de Open Universiteit onderzoek naar de effecten van het project. Parren licht toe: ‘Alle schoolkranten die we tot nu toe gemaakt hebben, zijn geanalyseerd. Daar kwam heel mooi uit naar voren dat de nieuwe eisen van het ministerie van OCW voor burgerschap bijna één op één overeenkomen met onze schoolkranten. Wij kunnen dat sturen door bijvoorbeeld zo’n burgemeester of raadslid langs te laten komen, maar kinderen komen ook zelf met onderwerpen die heel mooi aansluiten bij burgerschap. Bijvoorbeeld laatst had ik een groepje dat iets wilde schrijven over waarom niet iedereen kerst viert. Dan kom je al heel snel bij het verschil tussen het christelijke en islamitische geloof en dat komt dan op een hele natuurlijke manier in de schoolkrant terecht.’
‘De eisen voor burgerschap komen bijna één op één overeen met onze schoolkranten.’
Aanvraag doen
Ben je leerkracht in het gebied Heerlen-Noord en heb je interesse in het project? Dan kun je contact opnemen via het mailadres heerlen-noord@delimburger.nl. Parren: ‘Het minimale wat we kunnen bieden, is de les over nieuws- en mediawijsheid, dan komen we één uurtje in de klas. Als scholen het breder willen aanpakken, doen we de schoolkranten erbij in vier extra lessen verspreid over drie maanden. Als je als leerkracht van groep 6, 7 of 8 of vmbo 1 of 2 alleen interesse hebt in het gratis digitale abonnement, is dat ook mogelijk. Maar even voor alle duidelijkheid', zegt Parren helder, 'we doen dit niet om zieltjes te winnen voor De Limburger. De krant en het nationaal programma investeren juist extra geld en mensen omdat we het belangrijk vinden dat kinderen en hun ouders de krant kunnen lezen, en daardoor net iets beter mee kunnen doen in de maatschappij. We weten inmiddels dat je dit niet voor elkaar krijgt door alleen gratis krantjes uit te delen. Je moet er een boel tijd in steken om echt commitment te krijgen, maar hopelijk krijgen we op deze manier de informatiekloof iets gedicht.’
‘We vinden het belangrijk dat kinderen en hun ouders de krant kunnen lezen, en daardoor net iets beter mee kunnen doen in de maatschappij.’
‘Krant van de Buurvrouw’ is een initiatief van dagblad De Limburger en het Nationaal Programma Heerlen-Noord (NPHLN), die beide de helft van het project financieren. De naam van het project is afkomstig van Ron Meyer, directeur van NPHLN. Hij groeide op in Heerlen-Noord en kreeg daadwerkelijk iedere dag de krant van zijn buurvrouw door de haag gestoken. In eerste instantie voor de voetbaluitslagen, maar uiteindelijk verbreedde de krant zijn blik op de wereld.
De schoolkranten uit de tweede module van dit schooljaar: