
De Verenigde Staten besloten eerder dit jaar onder leiding van president Donald Trump om wereldwijde importheffingen in te voeren.
Hoe reageer je daar als land op? Met China leek een ‘bidding war’ te zijn losgebroken met alsmaar hoger oplopende heffingen. Europa leek zich gematigder op te stellen. De spanning rondom dit conflict liep alleen maar op, terwijl de beurskoersen harde klappen te verwerken kregen. Wat president Trump in de toekomst zal doen, blijft onzeker. Wel zeker is dat de aankondigingen wereldwijd tot onrust leiden. In deze actuele opdracht kijkt de klas een korte video over de heffingen die de VS hebben opgelegd. Daarna maken ze een quiz om hun kennis te testen.
Wat je leert
- Wat heffingen zijn en hoe ze worden gebruikt.
- Wat de 5W1H-methode is en hoe je deze herkent in een nieuwsartikel.
- Leerdoel: Leesvaardigheid, Taalvaardigheid
- Vak: Economie, Maatschappijleer, Maatschappijwetenschappen, Nederlands
Lessuggesties
Quiz Heffingen en handelsoorlog
- VO Onderbouw
Klassikaal
- Bekijk met de klas deze video:

Groepjes
• De klas wordt verdeeld in groepjes van 3 à 4 leerlingen
START QUIZ
2 punten per goed antwoord
De antwoorden van de quiz zijn te downloaden onderaan deze pagina.
1. Wat betekent het woord ‘heffing’?
A) Een belasting of bijdrage die door de overheid wordt opgelegd op goederen, diensten of inkomsten.
B) Een financiële markt waar aandelen worden verhandeld.
C) Een periode van economische achteruitgang waarbij de productie en werkgelegenheid dalen.
D) Een conflict tussen landen waarbij handelsbeperkingen worden opgelegd.
2. Waarom worden heffingen gebruikt?
A) Om spullen in het eigen land goedkoper te maken.
B) Om producten in het eigen land sneller te verkopen.
C) Om andere landen onder druk te zetten.
D) Om bedrijven uit het buitenland te helpen.
3. Wat doet de Europese Unie als reactie op Trumps plannen?
A) Ze negeren het.
B) Ze geven korting op Amerikaanse producten.
C) Ze denken aan tegenmaatregelen.
D) Dat is nog niet duidelijk.
4. Wat is een ‘handelsoorlog’?
A) Een echte oorlog tussen legers.
B) Een ruzie tussen landen over het klimaat.
C) Als landen elkaar straffen met extra belastingen op producten
die ze importeren.
D) Een wedstrijd waarbij het land dat het meeste verkoopt wint.
5. Wat wil Europa waarschijnlijk doen als Trump weer heffingen invoert?
A) Niks, ze kijken gewoon toe.
B) Ze geven geld aan Amerikaanse bedrijven.
C) Ze denken na over eigen heffingen, bijvoorbeeld op
techbedrijven.
D) Ze nodigen Trump uit voor een feest.
Voor de laatste drie vragen van de quiz lees je met je groepje dit nieuwsartikel:

De vragen zijn gebaseerd op de journalistieke methode 5W1H.
5W1H
Een journalist probeert altijd een zo volledig mogelijk verhaal te vertellen. Daarvoor wordt in de journalistiek een ezelsbruggetje gebruikt: de 5W1H-methode. Ze geven antwoord op de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Wie: Over wie gaat het nieuwsbericht?
Wat: Wat is er precies gebeurd?
Waar: Op welke plek is het gebeurd?
Wanneer: Op welke datum of tijdstip is het nieuwsfeit gebeurd of gaat het gebeuren.
Waarom: Waarom is het gebeurd?
Hoe: Hoe is het gebeurd?
6. Wie noemde een recessie de waarschijnlijkste uitkomst van Trumps handelsbeleid?
A) Kevin Hassett
B) Elon Musk
C) Jamie Dimon, topman van J.P. Morgan
D) Joe Biden
7. Waarom stelde Trump de meeste importheffingen op Chinese goederen uit?
A) Omdat hij een deal had gesloten met China.
B) Vanwege protesten vanuit China.
C) Omdat kiezers, bedrijven en beleggers bang werden voor een
recessie.
D) Omdat Europa daarom vroeg.
8. Hoe reageerden de beurzen op Trumps beslissing om de heffingen uit te stellen?
A) De beurzen zakten nog verder.
B) De beurzen schoten omhoog .
C) Er veranderde weinig.
D) Beleggers trokken hun geld terug.
9. BONUSVRAAG (klassikaal)
- Voor welke tactiek zou jij gaan? Met gestrekt been erin zoals Canada, meer afwachtend zoals de Europese Unie, of het over je heen laten komen zoals Australië?
- Onderbouw je antwoord met twee argumenten om 6 extra punten te verdienen (2 per argument).
Je docent zal nu de vragen een voor een afgaan. Tel aan het einde al je punten bij elkaar op. Hoe hebben jullie het gedaan?